Door velen wordt de vrijmetselarij gezien als een typisch mannenbolwerk, omdat bij de Loges die vallen onder het Grootoosten der Nederlanden vrouwen niet worden toegelaten tot de maçonnieke arbeid. Dit wordt door sommigen als discriminerend ervaren. Echter, het masculiene karakter als discriminerend betitelen is m.i. kortzichtig.
We moeten niet vergeten dat, buiten de historische context van het ontstaan van de Loges, de arbeid in de Loges op een specifieke wijze uitgevoerd wordt. Er is een sfeer waarbij onderling respect, openheid en verdraagzaamheid hoog in het vaandel staan. Dit is een bijzondere sfeer, die in zekere zin haaks staat op de profane wereld. “Haaks” omdat de diverse persoonlijkheden in volstrekte openheid elkaars sterke en zwakke kanten leren kennen. Hierdoor kan men van elkaar leren en leert men dit in zijn dagelijks leven toe te passen. Het tonen van je zwakheden, wie durft dit in alle openheid in het dagelijks leven te doen? Doordat Loges wekelijks of tweewekelijks bij elkaar komen en vrijmetselaren elkaar dus regelmatig zien en elkaars karakter goed leren kennen, ontstaat een broederband. Er wordt wel eens gezegd: “Je krijgt er een grote familie bij, als je vrijmetselaar wordt”. In de vrijmetselarij kan de man “zichzelf zijn”.
Zou een dergelijke broederband gebaat zijn bij aanwezigheid van vrouwen? Met het risico te chargeren: door de aanwezigheid van vrouwen zouden mannen kunnen terugvallen in stereotyp gedrag, nl. “haantjesgedrag”. Wat overigens te denken over het ontstaan van jarenlange banden tussen mannen en vrouwen binnen één Loge, stel dat daar relaties uit voortkomen? Dergelijke situaties kunnen desastreus zijn voor de serene sfeer die binnen de Loge dient te heersen en kunnen zelfs het voortbestaan van de Loge in gevaar brengen. Laten we ook de thuisblijvende partner niet vergeten, die wekelijks in het volste vertrouwen haar partner naar de Logeavond ziet gaan.
Staat de vrouw bij de mannelijke vrijmetselarij dan in lager aanzien? Nee, integendeel! Voordat een vrijmetselaar wordt toegelaten moet duidelijk zijn dat zijn echtgenote/partner instemt met zijn lidmaatschap. Bovendien wordt de partner van de Broeders actief betrokken bij de Loge. Zo zijn er jaarlijks verschillende momenten waarop gezamenlijke activiteiten worden georganiseerd. Daarnaast is één van de condities (=toast) tijdens een Broedermaal volledig gewijd aan “de vrouw”. Kortom, de vrouw staat bij de mannelijke (reguliere) Loges in hoog aanzien.
Discussie
Is er nu sprake van discriminatie van de vrouw? Naar mijn bescheiden mening niet, integendeel zelfs! Waarom zou je als mannenloge, met vele alternatieven voor andersdenkenden, je moeten openstellen voor vrouwen? Iedere vrijmetselaar, man of vrouw, heeft namelijk de vrijheid om te kiezen hoe hij of zij wil werken in de Loge. Vrijheid is de vrijmetselarij een groot goed, daarvoor vechten wij. Deze vrijheid mag daarom niet worden ingeperkt.
Het dwingen om de ongemengde Loges open te stellen voor vrouwen is daarom een stevige beperking van de vrijheid en kan net zo goed als discriminatie worden opgevat als het “buitensluiten” van vrouwen. Voor de broeders en zusters die een voorkeur hebben voor gemengde vormen, zijn er legio alternatieven waar zij in vrijheid gezamenlijk kunnen arbeiden. Misschien zou dit zelfs kunnen betekenen dat broeders overgaan van de reguliere Orde naar de irreguliere Obediënties, die vrijheid hebben zij.
Het is alleen jammer dat er geen puur vrouwelijke vorm van vrijmetselarij in Nederland bestaat. In België bestaat een Vrouwengrootloge, waar geen mannen worden toegelaten. In Nederland zou misschien een dergelijke Orde in de toekomst tot stand kunnen komen, indien de wens daartoe bestaat.
Tolerantie is belangrijk binnen de vrijmetselarij. Ik pleit er dan ook voor dat tussen al deze verschillende vormen van vrijmetselarij goede relaties bestaan en dat men elkaar – waar mogelijk en gewenst – helpt en ondersteuning biedt. Van concurrentie hoeft geen sprake te zijn, wederzijdse tolerantie en respect is echter essentieel.
Auteur: Rob webredactie@haagseloges.nl